Iech zallem huebbe

Ik krijg hem wel te pakken

Zoe joent da bè o.s gezeid

Het Herks is sterk verwant met het dialect van Alkens (Alkers?) en behoort tot de groep Lonerlandse dialecten. In december 2012 verscheen het ialectboek:Zoe joent da bè o.s gezeid, uitgegeven door de Dialectvereniging Veldeke Lonerland van Alken. Het omvat meer dan 1.000 gezegden en spreuken, aangevuld met benamingen van plaatselijke fauna en flora, terminologie uit het dagelijkse leven en een uitgebreide woordenlijst.  
Gezien het dialect van Alken en Sint-LambrechtsHerk nauwelijks verschilt nemen we graag de gelegenheid te baat om hiervan enkele uittreksels bekend te maken, met instemming van de verantwoordelijke uitgevers. De gemeenten Borgloon, Wellen, Heers, Alken en Sint-Lambrechts-Herk, Diepenbeek en Kortessem vallen in deze dialectcluster.


Hoe lees of schrijf je een dialect? 
 (er bestaan geen opgelegde schrijf-of spellingsregels voor dialect)
1. De plaatsing van een punt (.) na een klinker betekent dat de klinker dient uitgesproken te worden als een open lettergreep. 
2. De plaatsing van een streepje (-) kan twee betekenisen hebben:•     Tussen klinkers geplaatst verduidelijkt het de leesbaarheid : vb di-je (die) ; anders zou het een lange ij-klank zijn
•     Achter een klinker wil zeggen dat de klinker dient “gerokken” te worden zoals bv in “pro-nsele” (= bedelen)
1. De “ou” of “au” klank wordt steeds als “au” geschreven.
2. De scherpe “ij”klank wordt geschreven 
 als “è”( zoals in het franse règle) 
3. De doffe “e” -klank wordt geschreven  als “ue” (zoals mus)
4. De “g” en “ch” wordt geschreven  zoals in het Algemeen Nederlands

Adje van den duvel sprekt, zie-dje (dji-je) zènne stat.

Als je over iemand spreekt die niet aanwezig is, komt hij vaak juist binnen.

Alles de strowet aofdraoge

.Alles aan de grote klok hangen.

As dje ginne guibel oawtgoit, zu.l dje ginne snoek va.nge.

Men moet soms iets kleins durven doen, wil men succes hebben.

As dje ur haan vol heit, krèg dje metstal jueksel an ur naows.

Drukte komt meestal ongelegen.

Blèf ur eige, a.ner zèn ter al genoeg

blijf jezelf, er zijn al genoeg anderen

Da is van den hond zen kont.

Dat is waardeloos.

De snau loeg dik dizze muerege

er lag deze morgen een dik pak sneeuw

Dei hèt ’n lang toeng

zij kan niet goed zwijgen

Di-je is nie onder ’n doi-j hin oawtgebruud

dat is een plantrekker

Di-je kan iech nie thoawes weize

die ken ik niet

Doewe bèn iech nie eige bèje

daar(in) voel ik me niet thuis

Doewe bielt van ze li-jve ginne hond nie mè hènne

Dat is voorgoed voorbij

Doewe is gè verli-jg aown

Dat is niet erg

E geslaoge oewr

Een volledig uur

E kallèchtig vrommes

Een spraakwaterval van een vrouw

E onduinig metske

een ondeugend meisje

Een zeimeltrien

een treuzelaarster

Erres kop ein huebbe

Iets aantrekkelijk vinden

Goit noawe dauwer

ongeloof

Haddeg

tot ziens